In de nacht van vrijdag op zaterdag rond half 1 krijg ik een ongeruste vader aan de telefoon. ‘Mijn zoon is van het padje af’, vertrouwt hij me toe. Als ik doorvraag wat er precies aan de hand is, blijkt dat zijn zoon op een eiland aan de andere kant van Europa zit en zich psychisch niet goed voelt. Vader heeft al een ticket voor hem geboekt voor de terugreis naar Nederland. Maar ik voel dat hij twijfelt of dat wel de juiste oplossing is.
Vader is behoorlijk in paniek en als ik hem vraag naar de symptomen, kan hij me alleen maar vertellen dat de situatie de afgelopen uren verergerd is. Hij is radeloos en wil heel begrijpelijk zijn zoon snel weer bij zich hebben. Maar mijn gevoel zegt me dat dit meer is dan van het padje af zijn. Zeker als duidelijk wordt dat zijn zoon dit al eens eerder gehad heeft, met een behandeling als gevolg. In dat geval is alleen terugvliegen echt geen optie. In zo’n situatie is het namelijk ontzettend belangrijk dat zijn zoon tijdens de reis naast een bekend en vertrouwd persoon kan zitten. Dit is niet even een ticket boeken voor de terugreis. Hier komt iets meer bij kijken.
Een vreemde taal en cultuur doen de zoon in deze situatie geen goed, zo is mijn ervaring.
Bovendien zal het lastig worden om in het weekend psychiatrische hulp te regelen. Ik ga dan ook alles op alles zetten om zo snel als mogelijk een verantwoorde terugreis te regelen. Normaal gesproken hebben we hiervoor een medisch rapport van de arts ter plaatse nodig maar gezien de omstandigheden wijk ik daar, na overleg met onze arts vanaf. Het zou zo maar eens drie dagen kunnen duren voordat we dit rapport hebben. En zo lang wil ik de zoon niet alleen op dat eiland laten wachten. Ik wil het liefst direct een familielid naar de jongen sturen die kan beoordelen of hij in staat is om te reizen en die hem dan op de terugreis kan begeleiden.
Ik bel de vader en vraag hem of hij in de gelegenheid is zijn zoon op te halen. Daar hoeft hij geen seconde over na te denken! Gelukkig kan ik voor dezelfde nacht nog een vlucht boeken vanaf Brussel. Terwijl vader snel wat spullen bij elkaar pakt regel ik een taxi om hem naar de luchthaven te brengen. Ik spreek met hem af dat hij zijn zoon belt om te vertellen dat hij hem op komt halen en hem op het hart te drukken niet zelf in het vliegtuig te stappen maar te wachten totdat zijn vader er is. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat goedkomt. Ik boek dan ook alvast twee tickets voor de terugreis en sluit met een goed gevoel mijn nachtdienst af.
Vader en zoon zijn de volgende dag veilig in Nederland aangekomen. Na aankomst is de jongen opgenomen voor behandeling. Als ik vader weer aan de telefoon heb complimenteert hij me met mijn juiste inschatting. Hij is dolblij dat hij hem heeft opgehaald want hij herkende zijn eigen zoon niet meer en moet er niet aan denken dat hij hem alleen had laten reizen.